Zoetstoffen: Silent killers of gebakken lucht?
- Leestijd: 9 min.
Neem het woord ‘kunstmatige zoetstoffen’ in de mond en men kijkt je aan alsof je met allerlei dodelijke ziektes aan het smijten bent. Als het aankomt op kunstmatige zoetstoffen is een groot deel van de bevolking het met elkaar eens: onderzoek heeft aangetoond dat zoetstoffen zoals aspartaam allerlei gezondheidsrisico’s met zich meebrengen en daarom doe je er beter aan om gewoon ouderwets voor suiker te kiezen. Wanneer je vervolgens aan diegene vraagt naar het onderzoek in kwestie, komt de conversatie snel tot een halt. Ze hebben dit ooit eens gehoord en om die reden is het een waarheid, geen verdere discussie mogelijk. Om voedingssupplementen op smaak te brengen en toch te voorkomen dat er extra calorieën worden toegevoegd om een maximale zuiverheid te garanderen, wordt er gebruikt gemaakt van zoetstoffen. In bijvoorbeeld eiwitproducten wordt gebruik gemaakt van sucralose en acesulfame-K. Maar ook natuurlijke zoetstoffen als stevia worden steeds meer in onze producten toegepast. Om onduidelijkheid te voorkomen en jullie als gebruikers gerust te stellen over de inname van zoetstoffen, duiken we in deze blog in op onderzoek over de veiligheid van kunstmatige zoetstoffen!
Oorsprong en soorten
Zoetstoffen zijn stoffen die ervoor bedoeld zijn om voedingsmiddelen zoeter van smaak te maken, net als suiker dit doet. De grote verschillen tussen zoetstoffen en suiker zijn de calorische waarde en de zoetkracht. Polyolen zijn een categorie zoetstoffen die qua zoetheid vergelijkbaar zijn met suiker, of soms iets minder zoet zijn. Polyolen zoals erytritol, xylitol en mannitol zijn afkomstig uit de natuur of worden kunstmatig geproduceerd. Het voordeel is dat zij maar ongeveer de helft aan calorieën van suiker leveren. Dit kan het makkelijker maken om een energietekort te creëren en toch lekker te eten. Dit kan op den duur bijdragen aan gewichtsverlies. Een nadeel van polyolen is dat deze in grote hoeveelheden belastend kunnen zijn voor het maag-darm stelsel. Hierdoor kunnen ze diarree en gasvorming veroorzaken. Het is dus raadzaam om je tolerantie te testen door rustig op te bouwen en niet plotseling je hele voedingsschema te vullen met polyolen.
The bad guys
Aan de andere kant zijn er de intensieve zoetstoffen, deze hebben voornamelijk als kenmerk dat zij vele malen zoeter zijn dan suiker. Deze zoetheid loopt uiteen van 30 tot maar liefst 37.000 keer zo zoet als suiker. Veel van deze zoetstoffen leveren net als suiker alsnog redelijk veel calorieën per 100 gram. De ongekende zoetheid zorgt er echter voor dat je zo’n kleine hoeveelheid gebruikt dat je hiermee geen rekening hoeft te houden. Voorbeelden van deze intensieve zoetstoffen zijn aspartaam, sucralose, acesulfame-K en steviolglycosiden (stevia). Zoetstoffen worden in talloze producten gebruikt, van kauwgom en keelsnoepjes, tot vruchtendranken, koeken en zuivelproducten. Daarnaast kunnen veel zoetstoffen ook los verkregen worden, alhoewel deze vaak vermengd zijn met bijvoorbeeld maltodextrine. Dit voorval geeft producten het recht om de zoetstof op de verpakking te benoemen, maar dit maakt het product nog niet direct vrij van calorieën. Let hier dus goed op! Vooral aspartaam heeft in het verleden veel kritiek gekregen. Zo zou onderzoek [1] gevonden hebben dat ratten na toediening van aspartaam een grotere kans hadden op kanker. Deze gegevens werden rechtstreeks vertaald naar toepassingen voor de mens. Toen werd er echter kritisch naar de studie gekeken door externe partijen. Toen bleek dat de ratten op voorhand al ziek waren en het ontstaan van kanker geen gevolg was van aspartaamconsumptie. Zoals je inmiddels waarschijnlijk al door hebt, is er enorm veel verwarring rondom zoetstoffen. Dus kunnen zoetstoffen kwaad, of is er binnen de huidige aanbevolen hoeveelheden geen enkele reden om je zorgen te maken? We kijken wat het onderzoek zegt!
Uitsluitsel over kunstmatige zoetstoffen: De onderzoeken
Voordat we ingaan op de kern van deze blog, namelijk de gezondheidseffecten, richten we ons eerst even over een ander onderwerp. Je hebt namelijk ook vast wel eens mensen horen zeggen dat zoetstoffen onzin zijn. Vaak met als reden dat ze net als suiker de glucosespiegel laten stijgen en op wonderbaarlijke wijze voor gewichtstoename kunnen zorgen. Dit is een claim die zeer sterk in twijfel moet worden getrokken. Want hoe kan een voedingsmiddel dat géén energie bevat (al dan niet door de kleine hoeveelheid), toch zorgen voor gewichtstoename? Gelukkig hebben Miller en Perez een meta-analyse [2] uitgevoerd waarbij werd gekeken naar al het relevante onderzoek op het gebied van zoetstoffen in relatie tot lichaamsgewicht en compositie. De resultaten waren overduidelijk: zowel lichaamsgewicht, BMI, vetmassa en taille-omtrek daalden bij de proefpersonen die suiker vervingen door kunstmatige zoetstoffen. De conclusie die hieruit voortkwam was dan ook dat het vervangen van suiker door zoetstoffen bij kan dragen aan gewichtsverlies en gehoorzaamheid tot een dieet flink kan verbeteren.
Dan gaan we nu verder met gezondheid...
In 2010 is een systematische review gepubliceerd [3] die alle onderzoeken heeft samengevat die zich hebben gericht op zoetstoffen bij kinderen. Kinderen zijn normaal gesproken al een meer kwetsbare doelgroep, dus wanneer er schadelijke effecten zouden zijn, was de kans groot dat deze nu aan het daglicht zouden komen. Op basis van 18 studies werden echter geen duidelijke metabolische risico’s gevonden. Het enige dat wel werd gevonden was dat een hogere consumptie van calorie-vrije frisdrank geassocieerd was met obesitas. Voor veel mensen zou dit een reden zijn om te roepen: “Zie je nou wel! Van zoetstoffen word je ook dik!”. Maar niet zo snel, correlatie en causatie zijn namelijk niet dezelfde dingen. Het enige wat dit zegt, is dat mensen die vaak (calorie-vrije) frisdrank drinken, over het algemeen een ongezondere leefstijl hebben. Mensen die dit niet drinken hebben doorgaans in zijn geheel een gezondere leefstijl en voedingspatroon. Dit betekent dus niet dat zoetstoffen je dik maken, dit komt nog altijd door een te hoge energie-inname!
Einde verhaal?
Een andere studie [4] onderzocht specifiek de carcinogene- (kankerverwekkende) effecten van zoetstoffen. De conclusie was simpel: op basis van de huidige literatuur is het mogelijke risico van kunstmatige zoetstoffen om de kans op kanker te vergroten verwaarloosbaar. Wél werd er vermeld dat er veel nieuwe zoetstoffen worden ontwikkeld waarvan de effecten nog onbekend zijn. Maar zoals met alles is het zo dat controle voortdurend plaats moet vinden om de rotte appels eruit te plukken. In 2016 is er een nieuwe studie [4] verschenen die een review heeft gemaakt van de nadelige effecten van zoetstoffen. De enige nadelige effecten werden gevonden bij zwangere vrouwen die een hoge hoeveelheid zoetstoffen consumeerden. Een grotere kans op een te vroege geboorte en een grotere kans dat het kind op 7-jarige leeftijd astma krijgt waren de waargenomen effecten. Buiten deze twee punten om werd er geen effect gevonden van kunstmatige zoetstoffen op verschillende vormen van kanker, op diabetes type-2 en onvruchtbaarheid.
Onthoud dit!
Tot op heden is er geen enkel bewijs in mensen gevonden dat een normale consumptie van zoetstoffen een nadelig effect heeft op het ontstaan van kanker, diabetes of metabolische aandoeningen. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheden zijn daarnaast ook nog eens erg ruim. Zo zou je meer dan 36 liter light-frisdrank moeten drinken om een gezondheidseffect door aspartaam te zien. Enkel zwangere vrouwen zouden een verhoogd risico kunnen hebben op effecten door zoetstoffen, maar dit is enkel bij hoge hoeveelheden. Concluderend kunnen we dus stellen dat kunstmatige zoetstoffen zonder problemen geconsumeerd kunnen worden en de toevoeging hiervan aan voedingssupplementen absoluut geen probleem vormt. Denk de volgende keer dus aan deze blog, als iemand je weer probeert wijs te maken dat je een levensgevaarlijke Whey Delicious shake naar binnen werkt!
Referenties
[1] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/17805418
[2] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4135487/
[3] https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2951976/
[4] http://www.scielo.br/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0104-42302016000200120